Door: Janny Herfst
In Groot-Brittannië wordt op 6 mei 2023 Koning Charles III gekroond. Hij leidt tot nu toe een leven met veel drama op het persoonlijke vlak. Dat zullen zijn moeder Elisabeth II en vader Prins Philip niet voor ogen hebben gehad toen ze de namen Charles Philip Arthur George voor hem kozen, in de wetenschap dat hij later, volgens de onontkoombare Britse traditie, Koning Charles III zou worden. Maar, Nomen est omen? De carrières van voorgangers Charles I en II zijn namelijk nogal ‘eventful’ te noemen.
Charles I werd in januari 1649 als Koning van Engeland, Schotland en Ierland onthoofd nadat hij een burgeroorlog (1642-1651) had ‘veroorzaakt’. Zijn zoon Charles, de Prins van Wales, vluchtte tijdens die burgeroorlog en moest in ballingschap. Hij kwam in 1648 naar Nederland, naar verluidt om geld te lenen, en daarmee bracht hij de Staten-Generaal in een lastig parket.
Prins van Walles
In de resoluties van de Staten-Generaal van september en oktober 1648 is veel te lezen (maar meer nog niet te lezen, vermoed ik) over zijn komst naar en zijn verblijf in en rond Den Haag. Zijn komst wordt aangekondigd door zijn zus, de Princesse Royalle. Die Princesse Royalle is Maria Henrietta Stuart, de oudste dochter van Koning Charles I en de vrouw van Stadhouder Willem II Prinses van Oranje. Stevige familiebanden dus.
Het is vooral de vraag of, hoe, en door wie deze Koninklijke Hoogheid, consequent de Prins van Walles genoemd in de resoluties, moet worden verwelkomd. Wat bijvoorbeeld niet in de resoluties is te lezen, is of men bang is zich in een politiek wespennest te steken met een officiële receptie en ‘defroijement’. Nederland heeft zich tijdens de burgeroorlog in Engeland neutraal opgesteld, en wil dat graag blijven. Zou het als een verkeerd gebaar gezien kunnen worden door het Engelse Parlement, dat op dat moment strijdt tegen de Engelse koning Charles I? Geen woord daarover in de gewone (openbare) resoluties. Koning Charles I was dan weer gevangen, dan weer ontsnapt en dan weer gevangen. Een ingewikkelde en zeer precaire periode in Groot-Brittannië, maar eind 1648 leek de situatie al hopeloos voor de Koning. De druk om Charles I te berechten nam toe, dat leidde tot een showproces en zijn onthoofding op 30 januari 1649.
De situatie was dus al bijzonder netelig toen de komst van de Prins van Wales in september 1648 in Den Haag werd aangekondigd aan de Staten-Generaal. Besloten werd om hem wel officieel te gaan begroeten. De heren Van Reinswoude en Ripperda, leden van de Staten-Generaal werden daarvoor aangewezen en kregen de opdracht om samen met hem de maaltijd te gebruiken, mochten zij dat raadzaam vinden.
‘..wert aen haer Edele wijsheijt ende discretie gelaten desen avont sijne Conincklicke Hoocheijt ter Maeltijt te vergeselschappen, ofte niet sulcx sij naer gelegentheijt geraetsaemst sullen oordelen.’
De heren van Reinswoude en Ripperda rapporteren later dat zij Charles bij Honsholredijck hebben ontvangen en hem ‘met en goet aantall van Carossen’ naar het huis van Gerrit Maes in Den Haag hebben gebracht dat het land voor hem heeft gehuurd. De Graeff van Flodroff ende andere rapporteren dat ze daar samen met de Prins de maaltijd hebben gebruikt. Ze worden bedankt voor de genomen moeite.
Op 16 september wordt de voorzitter van de Staten-Generaal, de heer van Reinswoude verzocht de Prins van Wales te gaan begroeten. In de resoluties van die weken is vaak te lezen dat Boswel, resident van de Koning van Groot-Brittannië, berichten stuurt, maar die gaan naar de Griffier. Over de inhoud worden geen besluiten genomen en niets genotuleerd. Het is ook niet duidelijk of die berichten iets met de Prins van Wales te maken hebben. Zijn de berichten terug te vinden in geheime resoluties en betreffende ze misschien de precaire situatie in Groot-Brittannië?
De Prins van Wales heeft intussen een ‘leuke’ tijd in Den Haag waar hij zich vermaakt met sport en spel en andere zaken. Hij heeft namelijk ook nogal een druk liefdesleven. Op een schilderij uit 1660 is hij dansend te zien op een feest ter gelegenheid van zijn Koningschap aan het hof van de Stadhouder. Overigens is niet zeker dat hij het is op dat schilderij, zo blijkt uit de beschrijving van het National Maritime Museum dat het in de collectie heeft. Er zijn volgens die beschrijving ook tekenen dat Lodewijk de 14e zou kunnen zijn in een Nederlandse setting.
Charles II op een bal in Den Haag, Gonzales Coques – National Maritime Museum
Vloten bij het Goereesche Gat
Dan wordt het spannend. De machtsstrijd tussen de koningsgezinde Royalisten en de aanhangers van het Parlement lijkt ook voor de kust van de Verenigde Provinciën uitgevochten te gaan worden. In september 1648 gaat een vloot van veertien schepen van de Royalisten, die onder het bevel van de Prins van Wales staat, bij Hellevoetsluis voor anker. Kort daarop arriveren 26 schepen van de Parlementariërs, die polshoogte komen nemen wat de Royalisten daar uitspoken. De Graaf van Warwick, die het commando voert over de vloot van de parlementariërs, besluit op enige afstand af te wachten wat er gaat gebeuren.
De voorzitter van de vergadering van de Staten-Generaal doet op 30 september mededelingen hierover en dat bericht wordt later door Boswel namens de Prins van Wales bevestigd zoals in de resoluties te lezen is. Boswel verklaart dat zijne Koninklijke Hoogheid zijn vloot ‘met macht en middelen’ zal verdedigen als hij wordt aangevallen op de Reede of inde Haven van Hellevoet Sluijs door de Parlementarische Schepen. En dat moeten de Hoog Mogendheden hem dan niet kwalijk nemen. De Staten-Generaal besluiten daarop aan de Commandeur in Den Briell de opdracht te geven de zaak goed in de gaten te houden en te rapporteren wat hij ziet wat betreft de activiteiten van de vloten. Resident Guillaume Boswel schrijft dat de Charles hoopt dat de Staten-Generaal hem willen helpen om zijn eer en de Koninklijke vloot te verdedigen. De Prins van Wales beschouwt zich feitelijk onder de bescherming van de Staten-Generaal.
Dat gaat de Staten-Generaal blijkbaar te ver. De heren Huijgens, de Witte, Boreel, en Ripperda, leden van de Staten-Generaal, krijgen de opdracht om de Prins van Wales duidelijk te maken dat zij ‘altijt ende doorgaens sorchvuldichlick hebben geobserveert gehadt Neutraliteijt tusschen den Hoochstgemelten Coninck van Groot Bretaigne ende het welgemelte Parlement in Engelandt’. Zij moeten de prins herinneren aan een verklaring en een besluit daarover genomen door de Staten-Generaal in november 1942. De Hoogmogende heren maken duidelijk dat ze daaraan vast blijven houden.
En ze waarschuwen; Als er vijandelijkheden zullen uitbreken
‘soo sullen de gemelte Heeren haer Hooch Mogende Gedeputeerden Sijne Hoochstgemelte Conincklicke Hoocheijt, ende in sijn absentie den Admirael ofte Commandant over de voorn Conincklicke Vloote als oock den Admirael ofte Commandant over de voornoemde Vloote van het Parlement, versoucken en aenmanen daertoe egeen oorsaecke ofte aenleijdinge te willen geven t’ welck indien anders ende contrarie geschiede, haer Hoogh Mogende het souden moeten opnemen voor intractie ende indracht tegens de Hoocheijt, ende Souverainiteijt van haren Staedt, ende dienvolgens sonder offentie niet en soude connen worden aengesien.’
Luitenant Admiraal Tromp krijgt de opdracht schepen naar het Goereese Gat te sturen om vijandelijkheden te voorkomen. Die denkt erover na, maar op basis van wat hij antwoordt, wordt besloten om advies te vragen aan Willem II, Prins van Oranje die in 1647 zijn vader Frederik Hendrik had opgevolgd. Willem worstelt natuurlijk met de familiebanden; het gaat bij dit conflict om de vader en de broer van zijn vrouw.
Op 6 oktober 1648 wordt na dit gesprek het volgende besloten:
‘Mits desen te lasten den gemelten Lt. Admirael Tromp, dat hij hem ten spoedichsten sal hebben te begeven naer het Goereesche Gadt ende sich vervougen op soodanich Schip, als hij te rade vinden ende goetduncken sal, ende aldaer wachten op nadere ordre van haer Hooch Mogendheden als oock van Sijne Hoocheijt als Admirael Generael vande Zee, ende ondertusschen de Vlagge laten waeyen.’
Daarna trof ik geen resoluties meer aan over deze kwestie. Dat wil niet zeggen dat die er niet zijn, maar dat heeft te maken met de opzet van ons Goetgevonden!-Project. Op de site van het Stadsmuseum Hellevoetsluis las ik hoe het is afgelopen: De vloot van Tromp had moeite om de Engelsen in bedwang te houden. De Royalisten zouden geschut geplaatst hebben op het havenhoofd van Hellevoetsluis, zo werd bericht en er werden inderdaad muren van opgestapelde graszoden aangetroffen, waarachter scheepsgeschut stond opgesteld. Rotterdamse handelaren klaagden dat hun handel werd belemmerd. Met een resolutie besloten de Staten van Holland de Engelse schepelingen te verbieden overlast te veroorzaken, maar er bleven klachten binnenkomen. Het Engelse Parlement nam eind november 1648 een resolutie aan waarin het de schepen van de Parlementariërs werd verboden om buitenlandse havens binnen te lopen. Dat besluit had effect: de vloot van de Graaf van Warwick was binnen de kortste keren uit het Goereese Gat verdwenen. De vloot van de Royalisten bleef nog enige tijd liggen en ging rond juni 1649 weer naar open zee. Aan dat besluit van het Engelse parlement lag ongetwijfeld het nodige diplomatieke overleg ten grondslag.
Het liep dus met de spreekwoordelijke sisser af, in ieder geval voor de kust van de Nederlanden. In Engeland niet. Charles I werd onthoofd, Engeland werd een republiek onder de Lord Protector Oliver Cromwell en na diens dood ook nog zeven maanden onder zijn zoon Richard Cromwell.
Weer een monarchie
In 1660 werd Engeland weer een monarchie en de Prins van Wales Koning Charles II. Hij bevond zich tijdens die benoeming in Nederland: Het verhaal wil dat hij van Cromwell’s dood hoorde tijdens een tennispartijtje in Hoogstraten. Hij werd opgehaald met een delegatie en vertrok in mei vanaf het strand bij Scheveningen. Op 29 mei, zijn 30ste verjaardag, kwam hij aan in Londen. Daarna kon hij gekroond worden. Als Koning Charles II vocht hij later twee oorlogen uit tegen de Nederlandse Republiek. Kort voor zijn dood werd hij katholiek. Hij stierf op 6 februari 1685 na een lang ziekbed waarin zijn incompetente artsen hem aan bizarre en pijnlijke kuren onderworpen hadden.
Vertrek van De Prins van Wales, of Koning Charles II van het strand van Scheveningen (Hendrik de Meijer).
(Publiek domein)
Meer lezen?
Admiraal Tromp tussen twee vuren (1648 – Stadsmuseum Hellevoetsluis (stadsmuseum-hellevoetsluis.nl)