Republic

De brandslangspuit van Van der Heijden bestaat 350 jaar!

Door Janny Herfst met medewerking van Femke Gordijn

Als geboren Amsterdamse ben ik opgegroeid met de Eerste en de Tweede Jan van der Heijdenstraat, zonder kennis van wie die Jan van der Heijden dan wel niet was dat er zelfs twee straten naar hem werden vernoemd. Het waren straten waar je naar toe ging omdat er familie woonde of straten waar de tram langs reed.

Pas toen ik als volwassene belangstelling kreeg voor de kunst en de kunstgeschiedenis kregen die namen betekenis voor mij. Jan van der Heijden, de geweldige Amsterdamse schilder, zakenman en uitvinder van de straatverlichting en de brandspuit ging echt voor me leven toen ik jaren geleden een prachtige expositie over hem bezocht. 

Bij het corrigeren van de resoluties van de Staten-Generaal in het Goetgevonden! project kom je natuurlijk voortdurend beroemde namen tegen. Hoe kan het ook anders. Wat mij fascineert is dat je leest over zaken op het moment dat ze ook daadwerkelijk gebeuren. Het zijn geen geschiedenisboeken waarin achteraf wordt beschreven hoe de zaken zich ontwikkelden of tot stand kwamen. Nee, het is echt ‘het hier en het nu’. 

Naast de grote politieke ontwikkelingen, stuit je op zaken die veel minder belangrijk lijken in dat grote geheel, maar die een enorme impact hebben gehad op de wereld waarin je leeft. Één van de zaken is de uitvinding van de brandsplangspuit van de Amsterdamse gebroeders Jan en Nicolaes van der Heijden in 1672. Hoewel er al eerder een brandspuit was uitgevonden, hebben de twee broers deze verder ontwikkeld naar een ‘gebruiksvriendelijker’ exemplaar met een slang.  Om ervoor te zorgen dat Jan en Nicolaes van der Heijden het alleenrecht op dit product zouden behouden, vroegen zij verschillende keren octrooien aan bij de Staten-Generaal, namelijk in 1672 en 1677. Beide octrooien werden verleend.

Twee brandspuiten van Jan van der Heijden (via Rijksstudio)

 De aanvraag uit 1677 betreft waarschijnlijk een doorontwikkelde uitvoering van de brandslagspuit uit 1672. In 1672 werd de uitvinding namelijk beschreven als: 

‘een Slangh Pomp seer bequam om door drie vier ses off acht mannen soo veel water in ongevall van Brandt in de brandt speuijten te crijgen, alsser van nooden is om deselve geduijrigh gaende te houden.’ (resolutie Staten-Generaal 19 januari 1672)

In 1677 volgde een uitgebreidere toelichting en werd de uitvinding benoemd als: 

‘een seeckere slanghbrandt speuijten, bestaende in een gedurich stralende brandst speuijt met een buijgeijkce buijs daeraen, om haer gedaente een slangh genaempt, diemen can verlangen naer Eijsch ende welgevallen, mistgaders een waterback, off ander instrument met een ander buijs off slangh, diemen insgelijcx can verlengen, door welcke slangh brandt speuijten, alle branden hoe hevigh ende ongenaeckbaer die souden voorcomen met ongeloofelijcken spoet, geheel uijtgeblust werden’. (resolutie Staten-Generaal 21 september 1677)

Gesteld werd verder dat deze uitvinding de stad Amsterdam heeft behoed voor ‘totale ruïne’ om maar eens in de sfeer van de resoluties te blijven. En inderdaad, de brandslangspuit van de gebroeders Van der Heijden zou velen uit de brand helpen in de jaren die volgden…

Verder lezen over Jan van der Heijden? Bekijk de volgende pagina:

Jan van der Heijden, uitvinder, kunstenaar en zakenman – Stadsarchief Amsterdam