Republic

‘Ontbloot van sijn eenige ende minderjarige Doghter’: ontvoeringen in de resoluties van de Staten-Generaal

Door: Hiltje Burgler

Wie zou niet geraakt zijn door de noodkreet van vader Servaes Elias. Op 3 september 1689 wordt zijn brief behandeld in de vergadering van de Staten-Generaal. Zijn enige en minderjarige dochter is ontvoerd vanuit haar woonhuis in de heerlijkheid Eijsden. Elias schrijft dat ze door een Benedictijner monnik is meegenomen naar het klooster van Sint Avroy in het prinsdom Luik. Eerdere bemiddelingspogingen bij de prins van Luik om zijn dochter terug te krijgen, hadden geen resultaat. Elias doet daarom nogmaals een beroep op de Staten-Generaal. Hij zou graag zien dat zij de schuldigen nu ook flink met represailles bedreigen.

Het zijn resoluties van een dergelijke persoonlijke aard die mij als vrijwilliger bij het Goetgevonden!-project het meest interesseren. Ik vind het bijzonder om in gedachten zo dicht bij de belevingswereld van mensen te kunnen komen, die eeuwen geleden leefden. Aanschouwelijker kan de geschiedenis wat mij betreft bijna niet zijn. Naar aanleiding van de situatie die vader Elias beschrijft, vroeg ik mij af of kind-ontvoeringen in de vroegmoderne tijd vaker bij de Staten-Generaal op de agenda stonden.

Een zoektocht in het prototype achttiende eeuw

Het prototype achttiende eeuw van het REPUBLIC-project bleek zich prima te lenen voor een kleine speurtocht. Al gauw vond ik een aantal voorbeelden. Er verdwijnen nogal eens kinderen, en dan met name minderjarige dochters of wezen. In 1710 blijken drie gereformeerde wezen uit Aalst verdwenen en vervolgens gedwongen te zijn het paapse geloof aan te nemen. Ze bevinden zich in de parochie van Sint-Kornelis-Horebeke. Namens de grootvader en een oom wordt hun zaak bij de Staten-Generaal aangekaart. In augustus 1717 meldt Maria Isabella Berthouth van Meghelen zich bij de Staten-Generaal. Ze is wanhopig omdat haar 17-jarig en enig kind, Maria Helena Josepha, is ontvoerd door Jezuïeten met hulp van de bisschop van Antwerpen. Ze mag haar kind niet zien, niet spreken en zelfs niet schrijven. Heel treurig klinkt ook het verhaal van Hendrick Meyers en Geertruyd Plenus uit Nuland in 1756. Hun 16-jarige dochter zit opgesloten in een nonnenklooster in Uden. Ze mogen haar alleen spreken terwijl ze achter tralies zit en zelfs dat wordt verboden, nu ze moeite doen om haar terug te krijgen.

Vaak wordt in de betrokken resoluties een religieus motief achter deze ontvoeringen genoemd. Protestantse kinderen verdwijnen naar katholiek gebied en zelfs naar expliciet genoemde kloosters. Ze worden gedwongen om het katholieke geloof over te nemen. Bij weeskinderen las ik ook eens het argument dat ze gelukkiger zouden zijn in een rooms katholieke omgeving, omdat daar nog vrienden of familieleden van de ouders in de buurt zijn. De Staten-Generaal geven geen gehoor aan deze argumenten; “ingesetenen van dese staet” behoren teruggebracht te worden, desnoods met bedreigingen en daadwerkelijke represailles tegen de al dan niet vermeende daders. 

De zaak Sophia Aelberts

Er is één ontvoering die in de resoluties speciale aandacht trekt. Dat is de zaak van Sophia Aelberts. In de periode 1705 tot 1711 trekken haar ouders, Theodorus Aelberts en Maria Vogelsangh, herhaaldelijk en zeer indringend aan de bel bij de Staten-Generaal. Ik vond hierover maar liefst 31 resoluties. Dit is het verhaal dat zich daarin ontvouwt:

Sophia is volgens haar ouders in november 1700 door “Papen en Quesels” verleid en weggevoerd vanuit Helmond en ze verblijft nu in Mechelen. Vader Theodorus is aanvankelijk notaris in Helmond, maar daar komt het gezin in de problemen door de situatie met Sophia. Er volgt een verhuizing naar ‘s-Hertogenbosch. De ouders stellen alles in het werk om Sophia terug te krijgen en de heren van de Staten-Generaal gaan daarin mee. Voor straf worden priesters gevangen gezet en aan andere geestelijken wordt het verboden om hun ambt uit te oefenen. Katholieke kerkgebouwen gaan dicht. De ouders dringen herhaaldelijk aan op een strenger gevangenisregime voor de gedetineerde priesters, om zo meer druk op de ketel te houden. Al in september 1705 roeren de roomse ingezetenen van ‘s-Hertogenbosch zich. Zij vragen aan de Staten-Generaal om een grondig onderzoek naar hun kant van de zaak, maar vinden geen gehoor. In 1706 levert de prior van Mechelen bewijs dat Sophia daar al lang geleden is vertrokken. Ze kunnen haar dus niet teruggeven. Het heeft geen invloed op de stellingname van zowel haar ouders als de Staten-Generaal. De gevangen genomen priesters worden niet vrijgelaten. Vanaf 1710 komen de berichten alleen nog van de weduwe Maria Vogelsangh. Haar man is intussen overleden, maar ze stelt zich niet minder fel op. In juni 1711 lees ik over de afronding van de zaak. Sophia blijkt intussen overleden te zijn. Het gaat nu nog over de afwikkeling van de onkosten die de weduwe Vogelsangh heeft moeten maken en die ze aan de gevangen priesters in rekening wil brengen. Overigens moeten die ook voor hun eigen detentie betalen. In augustus 1711 worden eindelijk de gevolgen van de resolutie uit 1705 opgeheven. Onder andere Petrus Govaerts, pauselijk vicaris, mag dan in ‘s-Hertogenbosch zijn ambt weer uitoefenen.

De zaak van Sophia trok al vaker de aandacht, onder andere van Henk Roosenboom, historicus en oud-gemeentearchivaris van Helmond. Hij deed in diverse archieven uitgebreid onderzoek naar Sophia en haar ouders en vond informatie, die niet in de resoluties van de Staten-Generaal is terug te vinden. Hij schetst dan ook een ander beeld van de situatie, waarin religieuze tegenstellingen zeker niet de enige verklaring zouden zijn voor haar verdwijning. Dit is wat er volgens Roosenboom waarschijnlijk is gebeurd:

Sophia loopt eind 1700 op 18-jarige leeftijd weg van haar ouderlijk huis in Helmond en vertrekt naar Venray. Ze neemt daar uit eigen beweging het katholieke geloof aan. De relatie met haar ouders was slecht. Er zou sprake zijn van drankmisbruik en huiselijk geweld. Sophia hoopt dat haar geliefde haar zal volgen, maar dat gebeurt niet. Ze trouwt in 1704 in Mechelen met een andere man en samen vertrekken ze naar Frankrijk, waar ze begin 1708 overlijdt. Extra verdrietig om te lezen dat Theodorus Aelberts en Maria Vogelsangh nog drie kinderen kregen, die allen jong overleden. Misschien is de verbeten volharding ten aanzien van hun dochter Sophia vooral “voer voor psychologen”?

Verder lezen? 

  • Henk Roosenboom schreef over Sophia het boek: Ontvoerd of gevlucht? Religieuze spanningen in Brabant en de zaak Sophia Alberts.
  • Op www.brabantserfgoed.nl/personen/a/alberts-sophia is de biografie van Sofia te lezen.